De maatschappelijke relevantie van architectuur speelt zich af in het nu. Het zijn de keuzes die aan het begin van een project worden gemaakt die ook haar toekomstwaarde bepalen. En die keuze maak je niet alleen.
Laag op laag
Een maatschappij wordt gebouwd op haar patrimonium. Aan de ruimte die we bebouwen voegen we laag op laag nieuwe ideaalbeelden, modegrillen, technische hoogstandjes of marktvoorkeuren toe. Of het nu gaat om een nieuwe straat, een ontwerp voor een huis of een volledige verkaveling, een museum of een kantoorgebouw: de bedoeling is dat ze generaties lang meegaan, maar we doen deze ingrepen in de ruimte op basis van de normen, dromen en aspiraties van vandaag.
Handlangers van de tijd
De spanning tussen de korte ontwerpperiode en het permanente karakter van de ruimte maakt architecten handlangers van de tijd. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat huidige ideeën via de architect een permanent karakter krijgen. De architect verleent het recht op bouwen en begeleidt zo, willens nillens, elk idee van een tijdelijke naar een blijvende conditie. Dat dit weinig selectief gebeurt (zo goed als elk gebouw staat er voor langer dan een generatie) zorgt voor een ongemakkelijke situatie. Zijn we bewust bezig met de keuzes die elke ruimtelijke ontwikkeling vereist? En zijn de mensen die deze keuzes moeten maken wel gewapend om hun weg te vinden in de onderliggende maatschappelijke blackbox van belangen, dromen en macht?
Onttrekken aan de tijd
De architect zal zich moeten onttrekken aan de tijd wil hij een antwoord bieden op bovenstaande uitdagingen. De permanente bouwcultuur resulteert nog te vaak in ondermaatse ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast negeert ze mogelijkheden voor een actief maatschappelijk debat over onze ruimte. Tijd dus dat we het roer omgooien en volop gaan voor tijdelijkheid, hergebruik en modulair bouwen. Nu onze sector begint te snappen hoe we op een slimme manier aan hergebruik kunnen doen, ligt de weg open om van tijdelijkheid het centrale uitgangspunt te maken van de ontwerp- en stedenbouwpraktijk.
De toekomst is sociaal
Tijdelijkheid centraal stellen is geen vanzelfsprekende oefening. Het aanvaarden dat wat er wordt gebouwd er maar voor een kortere periode in de originele vorm staat, vergt een andere kijk op het beleid en beheer van een stad. Durven experimenteren (en dus ook falen) in directe dialoog met burgers en andere stedelijke experts wordt belangrijker. Niet alleen zullen technische oplossingen of ruimtelijk ontwerp in een co-productief verband moeten ontstaan, ook vragen rond eigenaarschap, programma, en coalitievorming maken deel uit van een meer tijdelijke bouwcultuur. Om deze manier van werken op te bouwen vanuit de architectuur- en stedenbouwpraktijk is er nood aan dialoog tussen architectuur, sociale expertise, het maatschappelijk middenveld en de ontwikkelingssector. Pas in samenwerking met hen krijgt de tijdelijkheid waar we op willen inzetten haar ware vorm.