Voor de Dag van de architectuur kozen we dit jaar een aantal tijdelijke architectuurprojecten. Tijdens de selectieprocedure, een lange dag overleg en overdosis aan informatie, was iedereen het erover eens dat enkele ‘tijdelijke’ projecten niet mochten ontbreken. Vanwaar deze consensus?
Allereerst lijkt het logisch om tijdelijke projecten op het korte moment van hun aanwezigheid aandacht te schenken. Daarna ben je aangewezen op plannen, foto’s of schaalmodellen. Het is een open deur intrappen wanneer we zeggen dat architectuur beleefd moet worden en niet louter via deze middelen kan verstaan worden. Er heerst altijd een vertaalprobleem dat onoverkomelijk is. Bovendien worden tijdelijke projecten zelden goed gedocumenteerd omdat dit enerzijds vaak niet in de aard van het project ligt, en omdat anderzijds tijdelijke architectuur vanuit historisch standpunt niet als ‘Architectuur’ beschouwd wordt.
Architectuur komt vaak uit een mentaliteit van ‘lang bouwen’. Het kan gaan om het vereeuwigen van een vluchtig mensenleven aan de hand van architectuur in de vorm van piramides, wolkenkrabbers of zelfs de vormgeving van hele steden. Of denk aan ontwerpen die proberen een ongrijpbare goddelijkheid in een begrijpbare materiële vorm te vatten, zoals bij kerken, minaretten en monumentale Boeddhatempels. Het zijn grote voorbeelden, maar dat is waaraan de geschiedenis de term ‘Architectuur’ altijd heeft toegewezen. Het is wat in de geschiedenis werd gezien als ‘Meer dan bouwen’.
Hoewel vandaag een mentaliteitsverandering aan de gang is, die we ook duidelijk zien in het thema voor het festival, voelen we toch nog die nasleep van de geschiedenis. Een geschiedenis waar niet enkel dagdagelijkse architectuur, maar ook tijdelijke projecten van minder belang zijn. We hebben een rijke geschiedenis aan tijdelijkheid, zelfs aan grootse tijdelijkheid, maar deze is jammer genoeg niet zo gekend. Zelfs nu heeft die permanente drang misschien een andere voedingsbron die we duurzaamheid noemen. Desondanks moeten we blijven argumenteren voor het bestaansrecht van deze tijdelijke projecten, misschien zelfs als deelnemer in het duurzaamheidsdebat…
Behalve om zo veel mogelijk geïnteresseerden de kans te geven de projecten in levende lijve te zien, mogen we ook de relevantie van de projecten niet ontkennen. Want architectuur weerspiegelt in zekere zin altijd de maatschappij. Ons omliggende landschap heeft vaak veel te vertellen. Echter door de statische hoedanigheid die architectuur eigen is, botsen we hier weer op geschiedenis. Tijdelijke projecten kunnen vaker korter op de bal spelen binnen een wisselend maatschappelijk speelveld.
Zo gaan Parckfarm, Allee du Kaai, Biestebroek en Plein Publiek elk op hun eigen manier om met leegstand. Het is de niet meer gebruikte spoorweg van Thurn en Taxis die tot sociaal park wordt omgevormd. Het zijn leegstaande loodsen die, gevuld met activiteiten, bijdragen tot een aangenamere leefomgeving en het is het hart van de lege Fierens-gebouwen dat weer leven wordt ingeblazen in afwachting van andere tijden. Verantwoord omgaan met leegstand en architectuur als sociale partner: klinkt dat niet als uiterst relevante gesprekspunten? Hier komen we terug tot bij het thema van dit festival. Want waarvoor staat “Meer dan alleen bouwen”? Gaat het om de invulling van reeds bestaande gebouwen? Betekent het dat ook jij vakman kan zijn en mee kan bouwen aan een betere wereld?
Misschien gaat het zelfs over verder dan bouwen, en af en toe ook om afbreken en terug verdwijnen…
Ontdek de toekomstige generatie ontwerpers die deel uitmaakten van ons enthousiaste selectieteam. Welke gebouwen je tijdens de Dag van de architectuur op 10 september kan bezoeken, lees je in ons festivalprogramma. Alle locaties zijn ook herkenbaar aan het label D/a.